DALING MELDINGEN VOEDSELINFECTIES

Het lijkt een enorme tegenstelling met voorafgaand bericht maar ook in 2011 kregen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het RIVM minder meldingen van voedselinfecties en -vergiftigingen dan in voorgaande jaren. Een trend die al sinds 2008 te zien is. Toch zit achter deze daling een flinke onderschatting van het aantal voedselinfecties. Naar schatting zijn jaarlijks zo’n 680.000 mensen in Nederland ziek na het eten van besmet voedsel. Maar de meeste infecties worden niet gemeld. Dit blijkt uit het jaarlijkse rapport van de NVWA en het RIVM.

Resultaten
In 2011 kreeg de NVWA kreeg 363 meldingen van mogelijke voedselinfecties. In 2010 waren dat 432 meldingen. Deze meldingen komen van consumenten die vermoeden dat zij ziek zijn geworden door besmet voedsel. Ook het aantal mensen dat ziek werd (889) ligt lager dan in voorgaande jaren. Het RIVM kreeg via GGD’en 42 clusters van voedselinfecties door met 368 zieken. Dit laatste aantal bleef in de afgelopen 8 jaar redelijk stabiel. 8 % van de zieken is in het ziekenhuis opgenomen. Ook dit jaar zijn de bacteriën Salmonella en Campylobacter en het norovirus de belangrijkste veroorzakers van de uitbraken van voedselinfecties.

Voedselinfectie
Voedselinfectie ontstaat door het eten van besmet voedsel. De besmetting wordt veroorzaakt door een bacterie, virus of parasiet. De infectie kan leiden tot een ontsteking van de maag, darmen of van andere organen. Je kan dan last krijgen van diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, buikkramp en koorts. Soms gaat de infectie ongemerkt voorbij. De klachten ontstaan niet eerder dan 8 uur na het eten van besmette producten. Dat in tegenstelling tot voedselvergiftiging waarbij gifstoffen van bepaalde bacteriën vrijkomen. De klachten ontstaan dan vaak al binnen enkele uren na het eten van besmet voedsel. De voedselinfecties ontstaan vaak door onvoldoende hygiënische maatregelen.

Rauw voedsel
Om uitbraken van voedselinfecties (2 of meer zieken door dezelfde bron) te voorkomen, blijft aandacht voor de voedselveiligheid nodig. Dat is een zaak voor zowel de overheid, voedselproducenten, voedselleveranciers, horeca als voor de consument. Naast hygiënische maatregelen, zoals handenwassen voor etensbereiding, is het belangrijk ‘kruisbesmetting’ te voorkomen. Dit kan door in de keuken verschillende snijplanken en messen te gebruiken om rauw en gaar voedsel te scheiden. Overigens neemt de consumptie van rauw voedsel (filet americain, ossenworst, oesters) toe. De consument lijkt zich niet altijd bewust van de risico’s van dergelijke producten.

Internationale voedseluitbraken
Opvallend in 2011 waren 3 internationale voedseluitbraken. In Duitsland werden 11 Nederlanders ziek door besmetting met de shigatoxine producerende Escherichia coli (STEC) 0104 na het eten van fenegriekkiemen. In een vliegtuig is na het eten van een dessert een Salmonella Heidelberg- besmetting ontstaan. En na het eten van Nederlandse taugé zijn zowel in Nederland (20) als in Duitsland (106) mensen ziek geworden van een Salmonella Newport. Deze 3 uitbraken laten zien dat zowel personen als voedsel niet aan grenzen gebonden zijn waardoor internationale uitbraken gemakkelijk ontstaan.

Samenwerking
De NVWA en GGD’en registeren en onderzoeken in Nederland uitbraken van voedselinfecties en vergiftigingen. Het onderzoek van de GGD richt zich op de zieken die via de huisarts bij de GGD worden gemeld. Alle GGD-meldingen worden bij het RIVM geregistreerd. De NVWA krijgt meldingen van consumenten binnen die vermoeden dat zijn ziek zijn geworden door besmet voedsel. Zij kunnen daarvoor de Warenklachtenlijn bellen. De NVWA voert dan onderzoek uit op de plaats van bereiding en neemt voedselmonsters.

Bron: NVWA.