Tips om veilig om te gaan met vlees

Tijdens het middagsymposium van 24 september j.l. gaf Henk Arts van het RIVM ons het volgende inzicht over pathogenen. Het grootste gevaar met pathogenen zit hem in kruisbestemming na de bereiding van een heerlijk stukje kip of vlees. Tevens geeft de wetenschap aan dat je pathogenen niet kunt ruiken. Ook het Voedingscentrum geeft advies over dit onderwerp. Praktische tips om te gebruiken voor iedereen die voedsel bereidt dat daarna verkocht of verstrekt wordt aan de eindgebruiker, de consument.

Tips om kruisbesmetting te voorkomen:

  • Was je handen, zeker nadat je rauw vlees of kip hebt aangeraakt. Gooi een lege verpakking weg zodra je het vlees of kip eruit hebt gehaald.
  • Let op de houdbaarheidsdatum van het vlees dat je gebruikt. Het is belangrijk dat het geconsumeerd wordt uiterlijk op de TGT-datum (te gebruiken tot).
  • Zorg dat klaargemaakt eten niet in contact komt met rauw eten. Gebruik keukengerei (zoals snijplanken, messen of spatels) dat in aanraking is geweest met rauw vlees niet voor andere producten. Of was het keukengerei tussendoor af met heet water.
  • Verhit rauw vlees door en door. Draai het vlees regelmatig om. Voor bewerkt vlees (gemarineerd, gesneden of gemalen) geldt: controleer of het volledig is gegaard voordat je het opeet. Bijvoorbeeld gehakt, worst of spiesjes. Vlees uit één stuk van rund of varken, zoals biefstuk, kan rosé gegeten worden, maar doorbakken is de meest veilige keuze.
  • Bewaar vlees in de koelkast op 4 graden. Rauw vlees kun je invriezen of bereiden om het langer te bewaren. Bereid vlees is nog 2 dagen houdbaar in de koelkast.
  • Bewaar het in een goed afgesloten verpakking of bakje.
  • Ontdooi ingevroren vlees in de koeling, afgedekt in een bak of een schaal. Kleinere stukken bevroren vlees kun je ook ontdooien in de magnetron op de ontdooi-stand.

Bron: Voedingscentrum, ziekmakers zie je niet.